De ‘Basis op orde’ aanpak belemmert radicale verbetering

In veel organisaties is het adagium “eerst de basis op orde” diepgeworteld. Het klinkt logisch en verstandig: voordat we echt kunnen innoveren, moeten we eerst zorgen dat alles goed staat. Maar achter deze ogenschijnlijk verstandige gedachte gaat een valkuil schuil. Het idee van “de basis op orde” werkt namelijk verlammend voor échte verandering en innovatie. Zeker wanneer dit leidt tot lineaire verander-programma’s waarin vooral wordt gestuurd op ‘deliverables’ als mijlpalen. In dit artikel leg ik uit waarom. 

Een lineaire manier van denken 

“De basis op orde” is gestoeld op een lineair denkmodel: eerst A, dan B, dan pas C. Maar werkelijke verbetering — en al helemaal radicale verbetering — volgt zelden een rechte lijn. Verbeteren is een iteratief proces van leren, continue verbeteren en vraagt om voortdurend bijsturen. Lineair denken past niet bij de dynamiek van de huidige werkomgevingen waar verandering een constante is. 

Het blokkeert potentieel 

Wanneer teams of organisaties ervan overtuigd zijn dat er gewacht moet worden met verbeteren totdat “de basis” is gelegd, gaat er kostbare tijd en energie verloren. Talenten blijven onderbenut, ideeën belanden op de plank, en initiatieven worden vaak ‘on hold’ gezet. Dit uitstelgedrag belemmert niet alleen innovatie, maar ook motivatie en eigenaarschap bij medewerkers. 

Het raakt het dagelijks werk niet 

De term “basis op orde” blijft vaak hangen op beleidsniveau of in structuren. Het heeft zelden directe impact op het echte, dagelijkse werk van professionals. Juist daar — in de praktijk, bij de klant, op de vloer — vindt de meeste waardecreatie plaats. Verbetering beginnen daar, niet in abstracte fundamenten. 

Geen ruimte voor leren en continu verbeteren 

“Eerst de basis” klinkt als een voorwaarde, iets dat af moet zijn voordat je verder mag. Maar leren en verbeteren zijn geen fases, het zijn voortdurende processen. Door te wachten op een “af” fundament, belemmer je juist het leervermogen van de organisatie. Je zegt eigenlijk: pas als alles klopt, mogen we fouten maken en leren. En dat is een paradox. 

Ontwerpen versus ontwikkelen 

De ontwerpaanpak die vaak bij “basis op orde” hoort, gaat uit van plannen maken, blauwdrukken schetsen en alles vooraf dichttimmeren. De ontwikkelbenadering daarentegen is iteratief, adaptief en gericht op groei. Die benadering vraagt om continu helderheid en richting om vervolgens te doen, testen, leren en continue verbeteren — ook (of juist) als de basis nog niet perfect is. 

De mythe van eerst-dit-dan-dat 

De aanname dat je eerst een stabiele basis nodig hebt vóórdat je kunt verbeteren is een misverstand. In de praktijk blijkt vaak dat juist door te beginnen met verbeteren, de basis versterkt wordt. Denk aan een team dat in kleine stappen begint met reflecteren, experimenteren en leren — vaak komt daarmee vanzelf orde, overzicht en rust. 

Focus op meer doen in plaats van beter doen 

“Basis op orde” leidt vaak tot een focus op processen, procedures, rapportages en andere beheersmatige taken. Daarmee groeit de werkdruk, maar niet de waarde. In plaats van slimmer, werken we harder. In plaats van beter, doen we meer. Terwijl echte verbetering juist zit in anders doen, niet in meer van hetzelfde. 

Deliverables boven impact 

Een bijeffect van de “basis op orde “aanpak is dat de aandacht verschuift naar wat er geproduceerd wordt in plaats van wat het oplevert. Het draait om documenten, afspraken, systemen — niet om effect, impact of resultaat. Terwijl dat juist de maatstaf zou moeten zijn: wat verandert er ten goede voor klanten, medewerkers, de samenleving? 

Geen ruimte voor bijsturen 

Tot slot: een rigide basis creëert een vals gevoel van zekerheid. Alles moet eerst kloppen, en daarna wordt er geleverd. Dit maakt tussentijds bijsturen lastig of zelfs onmogelijk. Maar in een wereld die voortdurend verandert, is flexibiliteit essentieel. Organisaties die durven te verbeteren terwijl de basis in ontwikkeling is, zijn wendbaarder en veerkrachtiger. 

Conclusie 

“De basis op orde” klinkt verstandig, maar belemmert in werkelijkheid vaak de groei en het leervermogen van een organisatie. In plaats van te wachten tot alles klopt, moeten we durven beginnen. Verbetering is geen eindpunt, maar een vertrekpunt. Juist door te leren in de praktijk, groeit “de zogenaamde basis” vanzelf mee. De manier van werken, welke leidt tot continue verbetering, is daarmee de echte basis voor succes en resultaat.  

Begin met kleine stappen. In plaats van wachten tot alles perfect is, begin met kleine, haalbare verbeteringen. Dit kan bijvoorbeeld door dagelijks of wekelijks korte reflectiemomenten in te bouwen waarin het team bespreekt wat er goed ging en wat beter kan. Richt je daarbij op activiteiten die direct waarde toevoegen voor je klant en moedig daarbij teams aan om te experimenteren en te leren van fouten.  

Meer weten?

Wilt u meer weten over Operational Excellence 3.0 en meer inzicht in wat dit voor uw organisatie kan betekenen? Download gratis eBook.

Of als je meer wilt weten over het toepassen van Operational Excellence 3.0 in uw organisatie om een uitzonderlijk hoog niveau van dienstverlening te bereiken voor uw klanten? Neem gerust contact met me op.